Het is een heldere, koude dag in april. De klok slaat, de laptop staat aan en de toets begint. Een docent zit voor een scherm en kijkt 30 slaapkamers in van leerlingen die de toets digitaal maken. Een waarschuwingssignaal verschijnt: een leerling kijkt naar links. Wordt er misschien gespiekt?
Sinds 16 maart volgen leerlingen en studenten thuisonderwijs. Iedereen lijkt te zijn gewend aan digitaal onderwijs op afstand met beeldbellen, streams of een beeldverbinding. In het onderwijs wordt er gewerkt aan oplossingen voor het thuis afnemen van toetsen. Meerdere onderwijsinstellingen maken gebruik van het online surveilleren bij toetsen. Hierbij wordt veel geëxperimenteerd met proctoring-software, software voor online surveilleren. Kan en mag dat eigenlijk wel? Waar moet je rekening mee houden? En veel belangrijker: is deze ontwikkeling wenselijk?
Bij online proctoring monitoren onderwijsinstellingen online leerlingen of studenten tijdens een toets of tentamen. Dat kan op verschillende manieren. Een docent kan bijvoorbeeld live meekijken met wat de studenten thuis doen en voorafgaand aan het tentamen de thuisomgeving controleren. Er kan ook proctoring-software worden gebruikt, waarbij de webcamera signaleert of de student de andere kant opkijkt, of de microfoon aanslaat en of er met papier wordt geritseld. Slimme software houdt alles in de gaten, in plaats van dat een docent 30 studenten tegelijk moet volgen. Docenten kunnen met de software live meekijken of achteraf beelden terugkijken.
Op de vraag of het gebruik van deze software is toegestaan, geeft de minister van OCW het antwoord dat “[d]e Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) staat niet in de weg van het gebruik van surveillance-software, mits de toepassing daarvan in lijn is met alle wettelijke vereisten (…)”.(1) De onderwijsinstelling is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van deze software, en moet aantonen dat het ”in lijn is met de verplichtingen uit de AVG, in het bijzonder met de beginselen van rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie, doelbinding, minimale gegevensverwerking, juistheid, opslagbeperking en integriteit en vertrouwelijkheid”. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) sluit het gebruik van proctoring op voorhand niet uit,(2) maar twijfelt of er geen alternatieven beschikbaar zijn die minder of geen impact hebben op de privacy van leerlingen en studenten. De AP hamert daarbij op de noodzakelijkheid voor het inzetten van digitaal surveilleren, zo blijkt uit de acht tips van de AP voor het gebruik van proctoring-software.(3)
In de recent bijgewerkte ‘Whitepaper online proctoring’ van SURF wordt onderbouwd of en op welke manier onderwijsinstellingen gebruik kunnen maken van proctoring-software.(4) SURF benadrukt dat er terughoudend moet worden omgegaan met de grondslag ‘toestemming’. Voor het voortgezet en het middelbaar beroepsonderwijs speelt daarbij mee dat toestemming door ouders moet worden gegeven. De grondslagen ‘uitvoeren van een taak in algemeen belang’ en ‘gerechtvaardigd belang’ lijken daarom het meest voor de hand te liggen. Het inzetten van online proctoring moet na de coronacrisis opnieuw beoordeeld worden.
Studenten en leerlingen maken zich veel zorgen maken over hun privacy.(5) Docenten kijken mee in hun slaapkamer, ze zien alles. Volgens de minister moet de student of leerling zich maar aanpassen: “Als studenten niet willen dat dergelijke gegevens uit de beelden afgeleid kunnen worden, kunnen ze, voor zover mogelijk, zorgen dat de uiterlijke kenmerken die daartoe aanleiding geven niet in beeld zijn. Ook staat het hen vrij ervoor te kiezen niet deel te nemen aan deze vorm van tentaminering”.(6)
Het lijkt op voorhand lastig om studenten en leerlingen in vrijheid de keus te geven om hun toets of tentamen niet te maken, met als mogelijk gevolg het blijven zitten of studievertraging oplopen. De discussie gaat vooral over de vraag of online surveilleren volgens de wet is toegestaan. Hierbij lijkt voorbij te worden gegaan aan de vraag of het inzetten van online surveilleren wel wenselijk is. Wil je als onderwijsinstelling wel op deze manier de woon- of slaapkamer van een onderwijsdeelnemer binnenkomen? Door corona lijkt alles in een ander daglicht te komen staan. Het blijft belangrijk het gezond verstand te gebruiken. Besturen van onderwijsinstellingen moeten zich niet alleen afvragen of het gebruik van proctoring-software kan en mag, maar of dat ook wenselijk is.
Als een onderwijsinstelling toch gebruik wil maken van proctoring-software, dan is het raadzaam om vooraf de whitepaper van SURF te raadplegen. De tips van de AP helpen de onderwijsinstelling kritisch na te denken over het inzetten van de software. Kennisnet geeft op de site lesopafstand.nl tips over het afnemen van toetsen op afstand en het praktisch omgaan met online surveilleren.
(1) Antwoord Minister van OCW op vragen over surveillance-software studenten, 28 april 2020, https://www.tweedekamer.nl/zoeken?search_str=2020D16219
(2) https://www.privacy-web.nl/nieuws/zorgen-om-dataverzameling-bij-thuisonderwijs
(3) https://www.privacy-web.nl/publicaties/ap-tips-beeldbellen-en-proctoring-onderwijs
(4) https://www.surf.nl/whitepaper-online-proctoring-surveilleren-op-afstand
(5) https://nos.nl/op3/artikel/2331989-software-tegen-spieken-dat-gaat-gewoon-echt-te-ver.html
(6) https://www.privacy-web.nl/nieuws/antwoorden-kamervragen-over-het-bericht-dat-universiteiten-met-surveillance-software-studenten-thuis-in-de-gaten-houden