Proctoringsoftware moet ervoor zorgen dat studenten niet kunnen spieken als ze digitaal een tentamen maken. De software die dit mogelijk maakt zorgt er echter ook voor dat honderden studenten hun tentamens niet halen, omdat ze zogenaamd frauderen. In slechts een handjevol gevallen blijkt er daadwerkelijk sprake te zijn van fraude. Dat schrijft Trouw dat een rondgang maakte langs diverse universiteiten. Tevens sprak het dagblad met diverse studenten waarvan het tentamen onterecht ongeldig is verklaard.
Door de coronapandemie kunnen studenten al bijna heel het jaar geen colleges bezoeken of tentamens afleggen in collegezalen. Om ervoor te zorgen dat ze geen studievertraging oplopen, of dat studievertraging binnen de perken blijft, worden de meeste tentamens digitaal afgelegd. Om ervoor te zorgen studenten niet spieken als ze online een tentamen maken, maken onderwijsinstellingen gebruik van proctoringsoftware.
Deze software houdt studenten en hun directe omgeving nauwlettend in de gaten om ervoor te zorgen dat ze niet valsspelen. De webcam houdt bijvoorbeeld oogbewegingen in de gaten om te zien of ze niet stiekem een studieboek raadplegen. Proctoringsoftware heeft eveneens toegang tot de microfoon van een computer of laptop. Je kunt dus niet bellen met een studiegenoot of iemand anders om het antwoord op een vraag op te zoeken zonder betrapt te worden.
Verder is het met proctoringsoftware mogelijk om toetsaanslagen te registreren, de browsegeschiedenis in te zien, het beeldscherm te bekijken en foto’s en video-opnamen te maken. Onderwijsinstellingen verwerken vaak maar een fractie van deze data, maar in theorie is het mogelijk om studenten minutieus te monitoren.
Proctoring lijkt de uitkomst om op afstand tentamens af te leggen, maar schijn bedriegt. Volgens Trouw zijn honderden studenten door deze software onterecht bestempeld als fraudeur. Bij de Wageningen Universiteit overkwam het zo’n 1.500 studenten. Nader onderzoek wees uit dat slechts tien studenten daadwerkelijk hadden gefraudeerd, zestig kregen een waarschuwing.
Ook bij de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) ging het in meer dan honderd gevallen mis. In Rotterdam gingen alle studenten vrijuit, op één na. De VU heeft geen exacte cijfers van het aantal tentamens dat ongeldig is verklaard, maar het is glashelder dat de proctoringsoftware het regelmatig laat afweten.
Hoeveel studenten exact onterecht van fraude zijn beschuldigd, is onbekend bij de Vereniging van Universiteiten VSNU. Verder zijn niet alle universiteiten in ons land in staat om dergelijke cijfers te overhandigen, zo blijkt uit een rondgang van Trouw.
De proctoringsoftware is volgens velen zeer gevoelig. Als de ID-kaart van een student niet goed in beeld is of er tijdens het tentamen een technisch probleem optreedt, is dat vaak aanleiding om een tentamen ongeldig te verklaren. Dat ondervond Nalini Herman, rechtenstudent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, aan den lijve. Tijdens haar digitale tentamen deed er zich een technisch probleem voor. Een maand nadat ze het tentamen had afgelegd, kreeg ze te horen dat deze ongeldig werd verklaard. Ze nam een advocaat in de arm om de beslissing aan te vechten. De examencommissie trok ze het besluit in.
Bart Karstens van het Rathenau Instituut erkent dat proctoring gevoelig is voor fraude. Volgens hem produceert het systeem veel false positives, omdat iedere beweging van het hoofd als verdacht kan worden aangemerkt. “Universiteiten toetsen nog steeds op een traditionele manier, terwijl studenten niet meer in de collegezaal zitten. Die wijze van toetsen past niet meer bij online onderwijs. Het zou passender zijn om studenten een essay te laten schrijven, of een openboektentamen te laten maken. Je moet van online proctoring geen paardenmiddel maken, juist vanwege de valse beschuldigingen en de inbreuk op de privacy”, aldus Karstens.
De inbreuk op privacy was voor de Centrale Studentraad (CSR) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) een van de redenen om een rechtszaak aan te spannen tegen het College van Bestuur. Daarnaast eiste de studentenraad dat de universiteit alternatieven aanbood om te tentamineren. De rechtbank oordeelde dat de privacyinbreuk als gevolg van het gebruik van proctoringsoftware om tentamens af te leggen, een gerechtvaardigd belang was. “Hoe is anders vast te stellen dat de student geen boeken, aantekeningen of telefoon op of bij zijn bureau heeft liggen, wat bij tentamens op de campus door de surveillant wordt nagegaan?”, zei de rechter afgelopen juni.
In april van dit jaar maakte de Autoriteit Persoonsgegevens bekend een onderzoek in te stellen naar de privacyzorgen van digitaal thuisonderwijs. De toezichthouder zei veel signalen te ontvangen van ouders, docenten, leerlingen en studenten die zich zorgen maken over de veiligheid van de systemen die onderwijsinstellingen gebruiken. Ook waren ze ongerust of hun privacy wel voldoende werd gewaarborgd.
Bestuurslid van de AP Katja Mur zei destijds dat studenten geen slachtoffer mochten worden van de coronacrisis. “Alle leerlingen moeten zonder stempel kunnen opgroeien. Hun privacy is van groot belang en wordt extra beschermd in de privacywetgeving. Onveilige oplossingen kunnen risico’s opleveren voor de toekomst van leerlingen. Deze dataverwerking mag geen ondergeschoven kind van de coronacrisis worden. Wij wijzen onderwijsinstellingen er daarom op zorgvuldige keuzes te maken.”