Het kabinet steunt de inzet van de Europese Commissie om digitale EU-wetgeving te vereenvoudigen via zogeheten omnibus-pakketten, maar wil niet zonder voorbehoud instemmen. Nederland wil ruimte houden om over onderdelen die zorgen oproepen zelf te kunnen onderhandelen. Extra uitstel van de AI-verordening – via een zogenoemde stop-the-clock – wijst het kabinet nadrukkelijk af. Dat zou volgens Den Haag juist tot meer onzekerheid voor bedrijven leiden.
De reactie volgt op de motie-Vermeer (BBB), die vraagt om volledige steun voor de digitale omnibuslijn en om te pleiten voor verdere verruiming van stop-the-clock in de AI Act. Ook vraagt de motie om extra verbeteringen van digitale regels binnen de Europese Digital Fitness Check.
Het kabinet ziet veel van de voorgestelde vereenvoudigingen als positief en in lijn met de Nederlandse wens om regeldruk te verminderen. Tegelijkertijd waarschuwt het voor onderdelen die volgens Nederland verder gaan dan alleen stroomlijning. Sommige voorstellen zouden juist extra lasten kunnen opleveren, de bescherming van persoonsgegevens kunnen verzwakken of raken aan nationale veiligheidsbevoegdheden.
Met name bij de AI-verordening is het kabinet kritisch. De voorgestelde aanpassingen in de omnibus leiden volgens Nederland tot onnodig en onduidelijk uitstel van de implementatie. Verdere uitbreiding van stop-the-clock ziet het kabinet daarom niet zitten: nog meer vertraging zou ondernemers in onzekerheid laten en geen effectieve bijdrage leveren aan lagere regeldruk.
Het kabinet kan de motie-Vermeer een oordeel Kamer geven, op voorwaarde dat deze zo wordt geïnterpreteerd dat Nederland constructief meewerkt, maar wel eigenstandig positie kan blijven innemen. Daarbij moet er ruimte zijn om zorgen te blijven uiten, waaronder het bezwaar tegen extra uitstel van de AI Act.
Als de motie echter betekent dat Nederland zonder kritiek of onderhandeling volledige steun moet uitspreken, dan ontraadt het kabinet de motie.
