Iedereen die ooit contact heeft gehad met een agent of rechercheur, staat in de systemen van de politie. Zodoende beschikt de politie over meer data dan ze daadwerkelijk nodig heeft. Volgens Bits of Freedom brengt dat allerlei risico’s met zich mee en overtreedt de politie de regels.
Dat schrijft Trouw op basis van een intern memo.
Het dagblad meldt dat er een “eindeloze stroom aan informatie” bij de politie binnenkomt. Voor informatie over onder anderen verdachten, slachtoffers, getuigen en mensen die ooit aangifte hebben gedaan, raadpleegt de politie de basisregistratie. Daarnaast ontvangt de politie automatisch updates bij veranderende omstandigheden, zoals een verhuizing, huwelijk of geboorte.
Ook als deze gegevens niet langer nodig zijn voor een zaak, blijven de persoonsgegevens beschikbaar voor agenten. Dit wordt ook wel een ‘afnemersindicatie’ genoemd. “Een afnemersindicatie wordt nooit meer verwijderd, ook al is de persoon overleden”, zo schrijft een strategisch adviseur van de politie in een intern document. Hierdoor volgt de politie zo’n 9 miljoen mensen, ook al is dat helemaal niet meer relevant voor een zaak.
“Dat brengt allerlei risico’s met zich mee”, zo vertelt Rejo Zenger, beleidsadviseur bij Bits of Freedom. Hij volgt al jaren hoe de politie omgaat met privégegevens. Hij citeert een onderzoek van de burgerrechtenorganisatie daterend van eind 2020. Daaruit bleek dat 36 informatiesystemen en applicaties waarmee de politie werkt niet voldoen aan de privacyregels. “Daardoor is er een onnodig risico op datalekken”, zegt hij tegenover Trouw.
Naast de kans op datalekken ziet de politie ook andere gevaren. Ze is bang voor imagoschade en dat de werkdruk voor agenten alleen maar verder oploopt. De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) uitte in 2015 al haar zorgen hierover. De overheidsinstantie vroeg destijds of “het abonnement op personen” nodig was om zoveel mensen te volgen. De politie moest daarop het antwoord schuldig blijven.
Sindsdien is er volgens Trouw niets veranderd, maar nieuw beleid is aantocht. In een intern stuk staat dat het uitgangspunt is dat de politie niet zomaar meer iedereen mag volgen die ooit contact heeft gehad met de politie. In de toekomst mogen alleen specifieke groepen of afzonderlijke personen een afnemersindicatie ontvangen. Dan moet je onder meer denken aan leden van een motorbende, of mensen met een wapenvergunning.
Dat de aanpassingen zo traag verlopen komt omdat “grote logge applicaties” niet zomaar van de ene op de andere dag kunnen worden uitgeschakeld. Naar verwachting worden later dit jaar de eerste stappen gezet om het nieuwe beleid in te voeren.
Zenger noemt de jarenlange vertraging schokkend. “De politie mag niet meer gegevens verzamelen dan strikt noodzakelijk is voor haar taak. Het feit dat ze zelf aangegeven dat ze gegevens verzamelen die ze niet nodig hebben geeft aan dat ze meer doen dan proportioneel is, daarmee overtreden ze de wet.”
De politie is zich van geen kwaad bewust en zegt zich netjes aan de regels te houden. “Zonder actuele persoonsgegevens kan de politie haar werk niet doen. Voor het gebruik en actueel houden van die gegevens hebben we een juridische grondslag. We hebben zelf de conclusie getrokken dat we met minder gegevens toe kunnen, en daar werken we aan”, aldus Henk Geveke van de korpsleiding tegenover Trouw.
Een woordvoerder van de Autoriteit Persoonsgegevens laat tegenover NU.nl weten dat de politie nooit meer gegevens mag opslaan dan absoluut noodzakelijk. “Nu de politie aangeeft dat ze eigenlijk met minder gegevens hun werk kan doen, mag van de politie verwacht worden dat ze die overbodige gegevens niet langer opslaat of verwerkt”, aldus de toezichthouder.
Het is niet de eerste keer dat Bits of Freedom de noodklok luidt over de politie. Eind 2021 klaagde de belangenorganisatie dat de politie weigerde een intern rapport over afluisterapparatuur openbaar te maken. De rechtbank van Arnhem gaf daartoe opdracht nadat Bits of Freedom naar de rechter was gestapt om publicatie af te dwingen. De politie weigerde echter om hier gehoor aan te geven.
“Misschien blijkt dat de opslag van de afgetapte gegevens niet in orde is. Of dat criminelen erbij kunnen. Of mogelijk dat andere landen de getapte gegevens kunnen manipuleren. Of kan het zijn dat er soms wel eens een opname kwijt raakt. Misschien staan er wel strafzaken op het spel. We weten het niet. Maar dat er meer mis is dan de minister lijkt te zeggen, is zo klaar als een klontje”, zo zei Zenger over de kwestie.
Hij noemde de weigering om het rapport vrij te geven ondermijning van de democratische rechtsstaat. “Want zonder informatie kun je als burger niets controleren, geen mening vormen en dus ook geen invloed uitoefenen.”
Hij vervolgde zijn verhaal met de volgende woorden: “De weigering om een beslissing te nemen laat zien dat niet transparant zijn alleen maar vermoedens, speculatie en meer zorgen aanwakkert. De politie benadeelt niet alleen ons allemaal, maar draait ook zichzelf een loer. Nu de politie weigert een beslissing te nemen, de wet overtreedt, de rechter negeert én er ook nog eens bakken met geld voor over heeft, doet ze niets minder dan onze democratische rechtstaat ondermijnen.”