Sinds 9 mei organiseren Research Data Management Support en de Open Science Community Utrecht iedere maandagmiddag Walk-in hours. Onderzoekers en masterstudenten kunnen hier terecht met vragen over research data, dataopslag, AVG, software voor onderzoek, open science en nog veel meer onderwerpen waar u in uw onderzoek mee te maken hebt. Hanne Oberman liep die negende mei binnen bij het Living Lab en deelt haar ervaringen.
“Voor mijn onderzoek bij de Missing Data Onderzoeksgroep van Methoden & Statistiek heb ik software geschreven. Missing data is een groot probleem voor onderzoekers en komt héél vaak voor. Om hiermee om te gaan, is er al veel software geschreven. Nu houd ik me vooral bezig met de allerlaatste stap: het visualiseren van missing data-problemen, het evalueren van de oplossingen en statistische analyses van incomplete data. Daarvoor heb ik een package geschreven in R (R is populaire programmeertaal voor onder andere statistische analyses , red.). Over die software had ik een aantal vragen, zoals: ‘Hoe kan ik die software zo FAIR mogelijk maken? Zie ik misschien nog dingen over het hoofd die de software kunnen verbeteren? Hoe kan ik het andere onderzoekers makkelijker maken om eraan bij te dragen en aan de software te refereren?” Toen Hanne de aankondiging van de Walk-in hours zag, wist ze: met deze vragen ga ik daar naartoe. Ze wilde vooral graag dat iemand met expertise met haar mee zou denken. “Doordat het een Walk-in hour is, voelde ik de ruimte om met een hele open houding er naartoe te gaan.”
Hanne werkt als junior onderzoeker bij het departement Methoden & Statistiek van de faculteit Sociale Wetenschappen. Per januari 2023 start ze als promovendus, momenteel werkt ze nog als onderwijs- en onderzoeksmedewerker. Twee dagen in de week geeft ze les in statistiek in de sociale wetenschappen en aan studenten applied data science bij natuurwetenschappen, twee dagen werkt ze in het UMCU als onderzoeksassistent en een dag per week is ze onderzoeksassistent open software voor data-analyses. “Een volle en hele afwisselende week”, zegt Hanne enthousiast.
De reden dat Hanne wilde weten hoe ze haar software zo FAIR mogelijk kon maken, is omdat ze een groot voorstander is van open science. “Ik zie dat écht als de toekomst. Op dit moment ben ik bezig met een aanvraag voor het Open Science Fund om nog een ander softwarepackage te gaan ontwikkelen samen met mijn supervisor.” Door haar achtergrond in de psychologie en de replicatiecrisis die rond 2010 binnen dit vakgebied speelde, ziet Hanne open science als een van de manieren om te voorkomen dat zo’n crisis zich weer voordoet. “Ik zou zo graag willen dat ook software open source wordt gepubliceerd. SPSS bijvoorbeeld is een beetje een black box. Je leert aan studenten wel hoe ze het moeten gebruiken, maar eigenlijk blijft er een heleboel informatie verscholen. Ik zou het zo mooi vinden als software niet alleen gebruiksvriendelijk is, maar ook dat je backstage mee kunt kijken.” Hanne vertelt haar studenten dat er alternatieven bestaan, die je wel de mogelijkheid bieden om achter de coulissen te kijken. “Maar de meeste bachelor studenten worden bij hun thesis door een onderzoeker begeleid die zelf met SPSS werkt, dus dat maakt het lastig.”
Research engineer Jelle Treep, onderzoeker Hanne Oberman en data manager Neha Moopen tijdens de Walk-in hours in het Living Lab - photo by Annemiek van der Kuil, Photo A
Hanne had nog een vraag voor de dataconsultants en research engineers: Ze wil graag een Shiny app maken en ze wilde weten of dat mogelijk is. Een Shiny app is een interactieve webapplicatie, een user interface die u bovenop de programmeertaal R kunt bouwen. “Mensen die niet bekend zijn met programmeertaal R kunnen met deze app toch analyses in R doen of visualisaties bekijken. Eigenlijk is de Shiny app er voor mensen die geen R kunnen.” Hannes vraag over de Shiny app ging specifiek over dataprivacy. “Ik zou graag willen dat onderzoekers hun data kunnen uploaden en dan allerlei datavisualisaties kunnen maken in de online omgeving. Maar Neha en Jelle lieten me weten dat daar risico’s aan zitten. Zodra je onderzoeksdata uploadt, voldoe je misschien niet aan de AVG. Ik vroeg hen: ‘Kunnen wij als Universiteit Utrecht een veilige omgeving bieden aan onderzoekers, zodat dit toch kan?’ Zoiets realiseren kost veel tijd. Misschien dat zo’n omgeving pas klaar is tegen de tijd dat ik mijn PhD heb afgerond.”
Naast uitgebreide antwoorden op haar vragen, kreeg Hanne achteraf nog via de mail informatie toegestuurd. “Zowel Neha als Jelle hebben me nog een hele lijst aan resources gemaild. Hoe je kunt checken of je software FAIR is bijvoorbeeld, over een voorbeeld van een andere Shiny app die de universiteit heeft gebouwd. En hoe je een Digital Object Identifier (DOI) voor je software kunt krijgen. Hoe andere mensen kunnen refereren aan je software en nog meer informatie over het FAIR maken ervan.” Hanne kreeg ook het advies om de workshop ‘Best Practices for Writing Reproducible Code’ te volgen.
Waarom Hanne iedere onderzoeker met vragen over research data en software aanraadt om naar de Walk-in hours te gaan? “Het is laagdrempelig en ik heb met mensen gesproken die me een stap verder hebben gebracht in mijn onderzoek op het gebied van onderzoeksdata, software en open science. Ondanks dat ik me al veel bezighoud met open science en bekend ben met veel RDM-tools, weet je écht niet alles. Heel fijn dat dit interdisciplinaire team zo’n rijke ervaring heeft en op de hoogte is van de meest recente ontwikkelingen op het gebied van data, software en publiceren.”
