Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0
Artikelnummer: 9789085551096 Categorieën: ,
eng |
23 januari 2017
Investigating Cybercrime
Cybercrime investigations require the use of novel investigative methods to successfully gather evidence. This study examines the evidence-gathering activities of law enforcement officials that take place by (1) the gathering of publicly available online information, (2) the issuing of data production orders to online service providers, (3) the use of online undercover investigative methods, and (4) performing hacking as an investigative method. The legal basis of these investigative methods is also examined. The author concludes that the legal basis in Dutch law is ambiguous for many of the identified digital investigative methods. However, a clear legal basis for investigative methods that indicates the scope of investigative methods and the manner in which they are applied must be available. It helps prevent arbitrary application of power by governmental authorities and is therefore essential for protecting the rule of law. The author examines how a foreseeable legal framework for the identified investigative methods can be created that meets the requirements that are derived from the right to privacy in art. 8 ECHR. The borderless nature of the Internet is also taken into account. The question is addressed to which extent digital investigative methods can be applied unilaterally, i.e., without authorisation of the State involved and without a treaty basis, across State borders. The analysis results in a list of recommendations to improve the regulations for digital investigative methods on both the domestic level and the international level. The leading idea is that also in the digital domain evidence-gathering activities by law enforcement officials are bound by law.   Onderzoeken naar cybercriminaliteit vereisen het gebruik van nieuwe onderzoeksmethoden om met succes bewijsmateriaal te verzamelen. Deze studie onderzoekt de bewijsverzamelingsactiviteiten van rechtshandhavingsambtenaren die plaatsvinden door (1) het verzamelen van publiekelijk beschikbare online informatie, (2) het uitvaardigen van dataproductiebevelen aan online dienstverleners, (3) het gebruik van online undercover onderzoeksmethoden, en (4) het uitvoeren van hacking als onderzoeksmethode. Ook de rechtsgrondslag van deze opsporingsmethoden wordt onderzocht. De auteur concludeert dat de wettelijke basis in de Nederlandse wetgeving voor veel van de geïdentificeerde digitale opsporingsmethoden ambigu is. Een duidelijke wettelijke basis voor opsporingsmethoden die de reikwijdte van opsporingsmethoden aangeeft en de wijze waarop deze worden toegepast, moet echter voorhanden zijn. Het helpt willekeurige machtsuitoefening door overheden te voorkomen en is daarom essentieel voor de bescherming van de rechtsstaat. De auteur gaat na hoe voor de geïdentificeerde opsporingsmethoden een voorzienbaar wettelijk kader kan worden gecreëerd dat voldoet aan de eisen die worden ontleend aan het recht op privacy in art. 8 EVRM. Daarbij wordt ook rekening gehouden met het grenzeloze karakter van het internet. De vraag komt aan de orde in hoeverre digitale opsporingsmethoden eenzijdig, dat wil zeggen zonder toestemming van de betrokken staat en zonder verdragsbasis, kunnen worden toegepast over staatsgrenzen heen. De analyse resulteert in een lijst van aanbevelingen ter verbetering van de regelgeving voor digitale opsporingsmethoden, zowel op nationaal als op internationaal niveau. De leidende gedachte is dat ook in het digitale domein bewijsvergaring door rechtshandhavingsambtenaren aan de wet gebonden is.
€51.99

Product delen

Reviews