Europese consumenten kampen met koudwatervrees wat betreft alle financiële innovaties die momenteel ontstaan. Van die innovaties is Open Banking één van de meest pregnante voorbeelden. Uit onderzoek van ING blijkt dat significante groepen mensen al wel de voordelen zien van innovaties, maar terughoudend zijn in het gebruik. Zij wegen de risico’s nog vaak af tegen de voordelen. Gemak en vertrouwen zullen volgens ING vermoedelijk de grootste drijvers zijn in meer adoptie van moderne technologie.
“The world is moving so fast these days that the man who says it can't be done is generally interrupted by someone doing it." Met dit citaat leidt ING de resultaten van het onderzoek in. Hoewel ook zeer toepasbaar in de huidige tijd, is het citaat al ruim honderd jaar oud, afkomstig van de Amerikaanse schrijver en filosoof Elbert Hubbard. Natuurlijk vormde de opkomst van treinen, auto’s en elektriciteit een waterscheiding met de periode ervoor. Maar uiteindelijk is het een kwestie van perspectief of de wereld van nu sneller verandert, dan die van toen.
Het financiële systeem is één van de drijvers achter de snelle technologische verandering die de wereld momenteel meemaakt. Saillant is dat het tegelijk ook een bedreiging is voor spelers in datzelfde financiële systeem. Kijkend naar hoe snel mensen meegaan in veranderingen, concludeert ING dat mensen zich vaak wenden tot dat wat werkt en wat zorgt voor gemak. Men kijkt naar hoe nieuwe middelen werken ten opzichte van bestaande. Netwerkeffecten hebben vervolgens een grote invloed op de mate van adoptie. Sociale acceptatie is ten slotte een derde belangrijke drijver.
Hoewel mensen met recht hun zorgen uitspreken over bijvoorbeeld verlies van privacy en eigenlijk amper kunnen uitleggen wat er op de achtergrond speelt, zijn ze niet zelden toch geneigd nieuwe toepassingen te gebruiken, omdat ze als een uitkomst worden ervaren.
De Griekse wetenschapper Spyros Kokolakis noemt dit fenomeen de ‘privacy paradox’: in het digitale tijdperk is privacy voor veel mensen een grote zorg, maar aan de andere kant geven individuele personen persoonlijke data relatief eenvoudig weg in ruil voor een kleine winst. Het meest concrete voorbeeld hiervan is meedoen aan een winactie voor producten die eigenlijk voor een habbekrats te verkrijgen zijn. Vaak onder het motto: “Ach, het is maar mijn emailadres”, niet wetende met welke bepalingen ze allemaal akkoord gaan.
Tegen deze achtergrond is het Open Banking ecosysteem een omgeving waarin allerlei bedrijven consumenten veelvuldig vragen hun persoonlijke data af te staan. Wel wordt voortdurend benadrukt dat zij daarvoor zelf eerst permissie moeten geven. Bijvoorbeeld voor het doen van betalingen, het managen van digitale kasboekjes of beleggen.
ING legde inwoners uit dertien Europese landen een stel vragen voor en daaruit komen enkele interessante conclusies naar voren. Zo’n 35% van de ondervraagden geeft aan op de hoogte te zijn van tenminste iets van de mogelijkheden die Open Banking biedt. Die ‘awareness’ komt niet automatisch overeen met het voornemen hiervan ook gebruik te gaan maken. Het omgekeerde kan zelfs het geval zijn, waarbij mensen die zich eigenlijk helemaal niet bewust zijn van Open Banking wél gebruik maken van diensten die daaruit voortvloeien.
ING vroeg consumenten ook in hoeverre ze zich comfortabel voelen bij het idee om persoonlijke data te delen met een financiële dienstverlener, gevolgd door de vraag of dat ook een nuttige dienst zou zijn. Zeer opvallend is dat Duitsers en Oostenrijkers zich hierbij erg comfortabel bij voelen. Dat is opvallend omdat privacy in Duitsland en Oostenrijk een erg delicaat onderwerp is. Mogelijk is een groot vertrouwen in banken en instituties de reden voor deze hoge score.
Aan de andere kant is het verschil in Duitsland en Oostenrijk tussen de bereidheid om persoonlijke data te delen en de waarschijnlijkheid dat ze van de dienst gebruik gaan maken enorm. In de meeste landen is dit juist omgekeerd. Daar is de bereidheid om persoonlijke data te delen vrij klein, maar zien ze wel het nut in van nieuwe toepassingen.
Inwoners uit het Verenigd Koninkrijk zijn het meest geneigd om iets met Open Banking te doen. Aan het begin van het jaar werd de kaap van één miljoen gebruikers gerond. Dat aantal lag dubbel zo hoog als een half jaar eerder, terwijl er weinig veranderd is in het percetage Britten dat zich comfortabel voelt bij het delen van data.
Bekendheid en keuzemogelijkheden spelen hierin mogelijk een grote rol. Het Verenigd Koninkrijk huisvest maar liefst 178 bedrijven die gelicentieerd zijn om te opereren onder Open Banking of PSD2. Nummer twee Duitsland telt er slechts 36, meer dan Frankrijk, Italië en Spanje tezamen. Dat illustreert de kloof vrij aardig, al moet daarbij gezegd worden dat het Verenigd Koninkrijk simpelweg een stuk verder is op het ontwikkelpad van moderne financiële technologie.
Om de discreprantie aan te tonen tussen de adoptie van moderne technologie aan de ene kant en het hebben van zorgen over de veiligheid ervan aan de andere kant komt ING nog met een vraag over beveiligingsmethoden.
Bijna iedereen heeft tegenwoordig een smartphone, waarvan een groot deel te ontgrendelen is met behulp van een vingerafdruk of gezichtsherkenning. Toch is het vertrouwen onder veel Europeanen niet bijster groot in eender welk van de mogelijke methoden. Er zit een enorm gat tussen de adoptie van smartphones en het vertrouwen in de apparaten.
Uiteindelijk zal alles neerkomen op gemak en vertrouwen. Wanneer iets – zoals de smartphone – zoveel veronderstelde voordelen met zich meeneemt is men klaarblijkelijk geneigd water bij de wijn te doen als het aankomt op zorgen over veiligheid of privacy.
De voordelen van Open Banking, zoals het managen van persoonlijke financiën of het beheren van rekeningen bij verschillende banken vanuit één interface, zijn relatief eenvoudig te ontdekken. Vertrouwen echter ligt iets gecompliceerder en hangt samen met de houding van burgers tegenover instituties en de manier waarop bedrijven de toegang tot persoonlijke data vormgeven. Investeren in beveiliging en vertrouwen is iets wat op korte termijn vaak niets oplevert, maar op lange termijn juist wel. Het ervaren van gemak en een gevoel van vertrouwen hebben samen de potentie om alle zorgen rond Open Banking te overwinnen. Tot er weer iets nieuws komt.