Menu

Filter op
content
PONT Data&Privacy

0

Slachtoffermonitor Mensenhandel 2014-2018: reactie CoMensha op de vijf aanbevelingen

Het aantal geregistreerde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha is in de afgelopen jaren bijna gehalveerd. De daling zou - aldus de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen - worden veroorzaakt doordat niet-opsporingsinstanties, zoals hulpverleningsinstanties, veel minder melden. Deze instanties melden minder, omdat zij vanwege privacywetgeving niet zonder expliciete toestemming van het slachtoffer gegevens mogen delen voor registratie.

18 oktober 2019

Het is één van de belangrijke constateringen uit de Slachtoffermonitor Mensenhandel 2014-2018 die op deze Europese dag tegen Mensenhandel, 18 oktober 2019, door Herman Bolhaar, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, wordt gepresenteerd.

Reactie CoMensha
CoMensha ziet inderdaad een halvering van het aantal gemelde slachtoffers 2018 ten opzichte van 2015. De dalende lijn is de voorgaande jaren ook steeds door CoMensha onder de aandacht gebracht en leidt ertoe dat we het zicht op de aard en omvang van mensenhandel dreigen te verliezen. De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), ingevoerd per 25 mei 2018, is in 2018 een belangrijke reden voor de daling.

De daling over de jaren 2014 t/m 2017 wordt met name veroorzaakt doordat opsporingsdiensten een andere prioritering hadden dan de opsporing van mensenhandel. Ook de reorganisatie bij de Politie heeft een rol gespeeld in verminderde aandacht voor de opsporing van mensenhandel. Opsporingsdiensten zijn conform Besluit politiegegevens verplicht om bij CoMensha te melden.

De daling in 2018 is voor een groot deel veroorzaakt doordat niet-opsporingsdiensten, zoals (jeugd)zorginstellingen, zorgcoordinatoren en andere NGO’s ten gevolge van de invoering van de AVG en een (te) enge interpretatie daarvan, minder zijn gaan melden bij CoMensha. Zij zijn niet verplicht om bij CoMensha te melden.

Vijf aanbevelingen
"De bevindingen in deze Slachtoffermonitor laten zien dat aanpassingen in de huidige manier van melden en registeren niet langer op zich kunnen laten wachten", aldus de Nationaal Rapporteur. Zo zijn er over 2018 slechts 668 slachtoffers in beeld.

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel baseert zijn cijfers op de (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel die bij CoMensha zijn geregistreerd en bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De Nationaal Rapporteur Mensenhandel doet in zijn Slachtoffermonitor in totaal vijf aanbevelingen. Hieronder een reactie van CoMensha op de vijf aanbevelingen.

1. 'Zorg voor structurele programmacoördinatie en monitoring van het programma Samen tegen mensenhandel’

CoMensha ziet dit als een waardevolle aanbeveling. CoMensha is van oordeel dat monitoring van en sturing op het programma Samen tegen mensenhandel cruciaal is en dat dit voortvarend opgepakt en geborgd moet worden. Een regierol hierbij is essentieel. CoMensha heeft dit in haar reactie op het programma Samen tegen mensenhandel eind vorig jaar benadrukt.
Zie voor meer informatie over het programma en de reactie van CoMensha daarop een eerder verschenen artikel op onze website.

2. ‘Verbetering van zicht op slachtoffers van mensenhandel die in Nederland in beeld komen te complementeren'

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel wijst daarbij op de mogelijkheden die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kan bieden bij het oplossen van dit probleem.

CoMensha deelt de zorg van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel dat we het zicht op aard en omvang van mensenhandel en op de modus operandi van de mensenhandelaren (dreigen te) verliezen. Alleen als we voldoende zicht hebben op aard en omvang kunnen we in de toekomst nieuwe slachtoffers voorkomen.

CoMensha heeft haar zorgen daarover vanaf 2015 vaak geagendeerd in de Task Force Mensenhandel, als ook bij het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Algemeen Overleggen van de Vaste Commissie Justitie en Veiligheid, recentelijk nog weer op 27 september 2018 en 3 juli 2019.

Interpreteer AVG ruimer
Zoals hierboven vermeld, wordt de daling over de jaren 2015 t/m 2017 met name veroorzaakt doordat de opsporingsdiensten vanwege andere prioritering en de reorganisatie bij de Politie minder aandacht hadden voor het opsporen van mensenhandel. In 2018 is met name door invoering van de AVG door (jeugd)zorginstellingen en andere NGO’s veel minder gemeld, uit angst niet te voldoen aan de AVG. CoMensha pleit daarom toe te werken naar een ruimere interpretatie van de AVG.

Verder kent het Besluit politiegegevens een limitatieve lijst met gegevens die opsporingsdiensten moeten aanleveren aan CoMensha. Het gaat om informatie over:

  • identiteit;

  • leeftijd;

  • geslacht;

  • nationaliteit;

  • land van herkomst;

  • vreemdelingen rechterlijke status;

  • en sector van uitbuiting.

Deze gegevens worden door CoMensha geanonimiseerd verstrekt aan de Nationaal Rapporteur Mensenhandel. Echter, cruciale gegevens ontbreken, zoals:

  • plaats delict;

  • geboorteplaats;

  • BSN of V-nummer;

  • wervingsland;

  • gebruikte methoden (waaronder loverboytechnieken);

  • doorreisland;

  • start en duur van de uitbuiting.

Wijzig Besluit politiegegevens
Deze gegevens kunnen daardoor dus ook niet (meer) worden meegenomen in de beleidsontwikkeling. Dat vindt CoMensha een zeer ongewenste situatie, want we verliezen daardoor ook nog eens het zicht op de aard van mensenhandel. Hierdoor is het naar ons idee onvoldoende mogelijk om effectief beleid te ontwikkelen in de aanpak van mensenhandel. Wijziging van het Besluit politiegegevens en uitbreiding van de lijst met aan CoMensha te verstrekken gegevens is dan ook dringend gewenst.

Daarnaast is het van belang om regionaal meer zicht te krijgen op aard en omvang van mensenhandel. CoMensha is in nauwe samenwerking met de VNG en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel bezig om een voorstel te ontwikkelen om regionaal meer zicht op aard en omvang van mensenhandel te krijgen.

Verder is CoMensha betrokken bij de gesprekken met het CBS om te kijken óf en hoe we in samenwerking met het CBS het beeld kunnen verrijken. Dit betreft een eerste verkenning.

In dit verband is het positief te melden - ervan uitgaande dat het werkelijke aantal (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel vele malen hoger is dan het aantal gesignaleerd en gemelde slachtoffers - dat het aantal meldingen over 2019 een stijgende lijn laat zien ten opzichte van 2018.

3. Prioriteit aan de integrale aanpak van binnenlandse seksuele uitbuiting en de focus op de jonge slachtoffer- en dadergroep’

CoMensha is in lijn met de Nationaal Rapporteur Mensenhandel van mening dat meer prioriteit moet worden gegeven aan jonge slachtoffers van mensenhandel. CoMensha is van mening dat de focus bij jongeren niet alleen op seksuele uitbuiting moet liggen, maar ook op criminele uitbuiting. CoMensha krijgt meerdere geluiden uit het werkveld dat jongeren worden aangezet om bijvoorbeeld pakketjes te vervoeren, ‘ineens’ overvallen worden en daarna worden gedwongen om ‘het verloren geld’ terug te verdienen.

Voor wat betreft de jeugdzorgbranche heeft de commissie Azough waardevol onderzoek verricht in 2014-2015 en is er destijds een aantal handreikingen en instrumenten ontwikkeld als het gaat om seksuele uitbuiting van minderjarigen. Goede implementatie hiervan blijft wenselijk. In dit kader is CoMensha vorig jaar gestart met een project in samenwerking met het Kenniscentrum LVB, Jeugdzorg Nederland en Nederlands Jeugdinstituut.
Enerzijds ziet dit project toe op verbetering signalering van mensenhandel binnen enkele jeugdhulpverleningsinstellingen en beoogt vanuit deze ervaring te komen met aanbevelingen voor het brede jeugdhulpveld. Anderzijds heeft het project tot doel inzichtelijk te maken hoe het verzamelen van data binnen de jeugdhulpverlening het beste kan worden vorm gegeven.

4. ‘Een effectieve aanpak van mensenhandel gepleegd ten aanzien van buitenlandse slachtoffers met een Dublinstatus’

CoMensha heeft onder andere samen met het Strategische Overleg Mensenhandel (SOM) in aanloop naar het Algemeen Overleg van 3 juli 2019 specifiek aandacht gevraagd voor de wijziging van de Vreemdelingencirculaire. CoMensha maakt zich ernstige zorgen over de bejegening en de overdracht van buitenlandse slachtoffers van mensenhandel met een Dublin-claim naar het Dublin-land en is dan ook content dat de Tweede Kamer een motie hieromtrent heeft aangenomen. De wijze waarop de motie zal worden uitgevoerd zal kritisch worden gevolgd door CoMensha. De aanbevelingen van de Nationaal Rapporteur dragen hier aan bij. Zie ook een eerdere column van directeur-bestuurder Ina Hut over deze kwestie.

5. ‘Het vergroten van het presterend vermogen van de Nationale Politie in de aanpak van mensenhandel’

CoMensha onderschrijft deze aanbeveling en hoopt dat de € 10 miljoen (jaarlijks) die onlangs tijdens de Algemene Beschouwingen is toegezegd hiervoor op een effectieve wijze wordt ingezet.
De afgelopen tijd heeft CoMensha gemerkt dat er (soms lange) wachtlijsten zijn bij de politie-eenheden (Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel, AVIM) voor het doen van aangifte tegen mensenhandel.

Als het gaat om kennisniveau met betrekking tot mensenhandel is dit jaar een start gemaakt met de training voor de eerstelijns politie. Echter, de inzet en wijze van training verschilt nogal per politie-eenheid, ook mede vanwege de druk die dit legt op de bestaande capaciteit. Meer aandacht voor het signaleren van mensenhandel is dringend gewenst, evenals het ambtshalve oppakken van stafrechtelijke onderzoeken. Dit laatste is met name van belang, omdat de aangiftebereidheid door slachtoffers van mensenhandel laag is.

Het beeld van 2018, jaarverslag CoMensha
In september dit jaar verspreidde CoMensha Het beeld van 2018 vertrouwelijk onder haar stakeholders. Navolgend op de publicatie van de cijfers door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel, is 'Het beeld van 2018' van CoMensha nu ook voor andere geïnteresseerden beschikbaar.

In dit jaarbeeld gaat CoMensha in op de daling van het aantal (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel die in 2018 bij CoMensha zijn gemeld. Het verschil in het aantal van 742 over 2018, zoals door CoMensha gecommuniceerd, en de 668 door de Nationaal Rapporteur, is te verklaren doordat de Nationaal Rapporteur (mogelijke) slachtoffers van seksuele uitbuiting die uitsluitend door de Koninklijke Marechaussee (KMar) bij CoMensha zijn gemeld, niet meeneemt.

Bekijk de Slachtoffermonitor Mensenhandel 2014-2018

Bekijk de Factsheet bij de Slachtoffermonitor Mensenhandel 2014-2018

Dit nieuwsbericht is ook te vinden in het dossier Privacy in het sociaal domein

bron: CoMensha

Artikel delen

Reacties

Laat een reactie achter

U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.