Naast de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) kent de Europese regelgeving een aparte richtlijn voor gegevensbescherming in de opsporing en strafrechtshandhaving: de Richtlijn (EU) 2016/680. Deze richtlijn stelt regels voor de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, opsporing, onderzoek en vervolging van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen.
In Nederland is de richtlijn geïmplementeerd in de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg), inclusief de bijbehorende uitvoeringsbesluiten.
De Wpg regelt de verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de politietaak. Deze wet geldt voor:
De politie
De politie verwerkt politiegegevens uitsluitend voor specifieke doelen die samenhangen met de uitvoering van haar wettelijke taken. De verwerking moet proportioneel en noodzakelijk zijn. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden mogen bijzondere persoonsgegevens – zoals ras, gezondheid, of politieke overtuiging – worden verwerkt, en uitsluitend als dit strikt noodzakelijk is voor het politiedoel.
Bijzondere opsporingsdiensten (BOD) en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s)
Ook de gegevensverwerkingen door deze diensten vallen onder de Wpg. De regels voor boa’s zijn nader uitgewerkt in het Besluit politiegegevens voor buitengewoon opsporingsambtenaren (BpgBoa). Dit besluit bepaalt onder meer dat verwerking enkel mag plaatsvinden voor specifieke opsporingsdoeleinden en binnen de kaders van noodzakelijkheid en doelbinding.
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt toezicht op naleving van de Wpg. Organisaties die politiegegevens verwerken, zijn verplicht een functionaris voor gegevensbescherming (FG) aan te stellen en deze bij de AP te registreren. De FG ziet intern toe op de naleving van de privacyregels binnen de organisatie.
De Wpg en de AVG bestaan naast elkaar.
De Wpg geldt alleen voor verwerkingen die rechtstreeks verband houden met de uitoefening van de politietaak.
Wanneer de politie of boa’s persoonsgegevens verwerken voor andere doeleinden – zoals administratieve of toezichthoudende taken – is de AVG van toepassing.
Zo ontstaat een duale structuur in het gegevensbeschermingsrecht: waar de AVG algemene regels bevat voor civiele en bestuursrechtelijke verwerkingen, geeft de Wpg een specifiek kader voor verwerking van persoonsgegevens binnen de strafrechtelijke handhavingssector.
Stappenplan Wpg-audit
PublicatieVerzoek om inzage, correctie of verwijdering
Jurisprudentie-samenvattingHoe kan een gemeente onderscheid maken tussen Wpg- en AVG-verwerkingen bij boa’s die zowel toezicht houden als opsporingstaken uitvoeren (de zogeheten twee-pettenproblematiek)?
Vraag & AntwoordWanneer is een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA) verplicht bij verwerkingen van politiegegevens (Wpg) binnen gemeenten?
Vraag & AntwoordGeldt het mondeling delen van politiegegevens ook als een ‘verstrekking’ in de zin van de Wet politiegegevens (Wpg)?
Vraag & AntwoordStappenplan Wpg-audit
PublicatieWanneer is een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA) verplicht bij verwerkingen van politiegegevens (Wpg) binnen gemeenten?
Vraag & AntwoordVerzoek om inzage, correctie of verwijdering
Jurisprudentie-samenvattingWanneer moet ik als organisatie persoonsgegevens aan de politie verstrekken?
Vraag & AntwoordPolitie en OM staan onvoldoende stil bij gevolgen opnemen persoonsgegevens van getuige in strafdossier
RapportenAntwoorden Kamervragen over de oproep van agenten om het dreigend vragen naar privégegevens strafbaar te stellen
Kamerstuk: kamervraagGegevensverwerking door boa's: nieuwe regels vanaf mei 2018
Nieuws